Genesis (boek)
γένεσις G1078 "bron, oorsprong, geboorte, begin",

Zie ook: Beeldbank, Oude Testament, Pentateuch, Thorah,

Genesis (Hebreeuws בְּרֵאשִׁית; Grieks γένεσις H1078) is het eerste boek van de Bijbel.

Inhoud

Titel

Genesis van de Vulgaat is afgeleid uit het Grieks γένεσις H1078 genesis̱ "begin, oorsprong". In het Hebreeuws is het בְּרֵאשִׁית H7225 bərē’šîṯ "in het begin" en afgeleid van de eerste woorden van het boek. In de meeste vertalingen is de titel afgeleid van de Griekse benaming.

Genesis maakt deel uit van de Pentateuch ook wel genoemd Thora.


Auteur

Volgens de traditie is het boek Genesis geschreven door Mozes (15de - 14de eeuw v.C., afhankelijk van wanneer Mozes leefde), de reden waarom men ook wel spreekt van ‘de vijf boeken van Mozes’. Deze traditie wordt ondersteund vanuit de Bijbel, waar ook Jezus Mozes als auteur aangeeft (Luk. 24:27).

Aanhangers van de documentaire hypothese gaan uit van meerdere redacteuren (zie verder hieronder de paragraaf Ontstaan).


Ontstaan

Afhankelijk aan wie men het auteurschap toewijst gaat men uit van voor de 14de eeuw v.C. als Mozes de auteur was.

Aanhangers van de documentaire hypothese wijzen Mozes als auteur af en gaan uit van meerdere redacteuren (J = Jahwist, E = Elohist en P = Priestercodex) die Genesis na de ballingschap (5de eeuw v.C.) hebben geschreven. Zo zien zij in Gen. 1:1-2:3 en 2:4-3:23 als twee scheppingsverhalen die respectievelijk geschreven zijn door de (gefingeerde namen) Elohist en Jahwist. Dit omdat in het eerste gedeelte God met de naam Elohim wordt genoemd, terwijl in het tweede gedeelte God met JHWH wordt aangeduid.


Synopsis

  1. Het Scheppingsverhaal
    1. De Schepping (1:1-2:7)
    2. Het Paradijs(2:8-25)
  2. De eerste zonde en de eerste moord
    1. De eerste zonde (3:1-24)
    2. Kaïn en Abel (4:1-26)
  3. De nakomelingen van Adam voor de Zondvloed
    1. De oudvaders (5:1-32)
    2. Het huwelijk der zonen Gods (6:1-4)
  4. Noach en de Zondvloed
    1. De Zondvloed (6:5-9:7)
    2. God's verbond met Noach (9:8-17)
  5. De nakomelingen van Noach en de Toren van Babel
    1. Noach en zijn zonen (9:18-29)
    2. De volkenlijst (10:1-32)
    3. De toren van Babel (11:1-9)
    4. De nakomelingen van Sem (11:10-32)
  6. De roeping van Abram
    1. De roeping van Abram (12:1-9)
    2. Abram in Egypte (12:10-20)
  7. Abram en Lot
    1. Abram en Lot scheiden van elkaar (13:1-18)
    2. Abrams overwinning op de koningen van het Oosten (14:1-17)
    3. Abrams ontmoeting met Melchisedek (14:18-24)
  8. God's beloften aan Abram (15:1-21)
  9. Abram, Hagar en Ismaël (16:1-16)
  10. God verandert Abram's naam in Abraham en belooft hem een zoon
    1. God's verbond met Abram (17:1-12)
    2. God belooft Abraham opnieuw een zoon (18:1-15)
  11. Abraham en Lot, Sodom en Gomora
    1. Abraham's voorbede voor Sodom (18:16-33)
    2. De verwoesting van Sodom (19:1-29)
    3. Lot en zijn dochters (19:30-38)
  12. Abraham, Sarah en Isaak
    1. Abraham en Abimelek van Gerar (20:1-18)
    2. Geboorte van Isaak (21:1-7)
    3. Abraham verdrijft Hagar en Ismaël (21:8-21)
    4. Abraham en Abimelek (21:22-34)
    5. Abraham's geloof wordt op de proef gesteld (22:1-19)
    6. De zonen van Milka (22:20-24)
    7. Sara's dood en begrafenis (23:1-20)
  13. Rebeka wordt de vrouw van Isaak (24:1-67)
  14. De dood van Abraham
    1. Abraham's dood (25:1-11)
    2. De zonen van Ismaël (25:12-18)
  15. Het gezin van Isaak
    1. Esau en Jakob (25:19-34)
    2. Isaak bij de Filistijnen (26:1-35)
    3. Jakob ontsteelt Esau de vaderlijke zegen (27:1-40)
    4. Jakob vlucht naar Mesopotamië (27:4-28:9)
    5. Jakob's droom in Betel (28:10-22)
  16. Het gezin van Jakob
    1. Jakob bij Laban (29:1-30)
    2. De kinderen van Jakob (29:31-30:24)
    3. Jakob verwerft zijn kudde (30:25-43)
    4. Jakob vlucht weg van Laban (31:1-21)
    5. Verbond tussen Jakob en Laban (31:22-55)
    6. Jakob vreest ontmoeting met Esau (32:1-21)
    7. Jakob's worsteling (32:22-32)
    8. Jakob met Esau verzoend (33:1-20)
    9. Dina en de Sichemieten (34:1-31)
    10. Jakob terug in Betel (35:1-15)
    11. Dood van Rachel en van Isaak (35:16-29)
  17. Het gezin van Esau (36:1-43)
  18. Jozef wordt door zijn broers als slaaf verkocht (37:1-36)
  19. Juda en Tamar (38:1-30)
  20. Jozef in Egypte
    1. Jozef in het huis van Potifar (39:1-23)
    2. De dromen van de schenker en de bakker (40:1-23)
    3. De dromen van de Farao en de aanstelling van Jozef (41:1-43)
    4. Jozef als onderkoning in Egypte (41:46-57)
  21. Jozef en zijn broers
    1. Eerste reis van Jozef's broers naar Egypte (42:1-38)
    2. Tweede reis van Jozef's broers naar Egypte (43:1-44:34)
    3. Jozef maakt zich bekend aan zijn broers (45:1-28)
  22. Het gezin van Jakob naar Egypte
    1. Jakob trekt naar Egypte (46:1-47:12)
    2. Jozef's maatregelen (47:13-26)
  23. De dood van Jakob
    1. Jakob's dood en begrafenis (49:29-50:14)
    2. Jozef troost zijn broers (50:15-21)
  24. De dood van Jozef (50:22-26)

Achtergrond


Koop nu