Gesur (Hebreeuws גְּשׁוּר H1650), koninkrijk ten tijde van koning David in de buurt van het meer van Galilea.
Klein autonoom koninkrijk ten tijde van koning David, gelegen in het noordelijk gedeelte van de Basan naast de streek Argob (Deut. 3:14) en het koninkrijk Aram (2 Sam. 15:8; 1 Kron. 2:23).
David trouwde Maacha, de dochter van koning Thalmai van Gesur (2 Sam, 3:3) en hij was derhalve de grootvader van Absalom en Thamar.
Gesur wordt geïdentificeerd met het hedendaagse genoemde plateau "Lejah," in het centrum van de berg Hauran (JewishEncyclopedia), waarbij men aanneemt dat de hoofdstad het latere Bethsaida, tegenwoordig et-Tell, is (Arav, Rami. 2004, Towards a comprehensive History of Geshur. In R. Arav―R.A. Freund (eds.), Bethsaida: A City by the Northern Shore of the Sea of Galilee, vol 3 (Kirksville: Truman State University Press), pp. 1-48; JewishEncyclopedia).
Het koninkrijk Gesur werd waarschijnlijk opgericht in ongeveer het midden van de tiende eeuw v.C. en bestond tot het einde van de negende eeuw, toen het werd geannexeerd door Hazael, de koning van Aram. Het was een stadstaat van het soort bekend van Late Bronstijd documenten. De stadstaat werd geregeerd door een koning die in zijn hoofdstad woonde, Gesur, waar alle burgerlijke en heilige instellingen werden geconcentreerd (zoals aangegeven door de uitgravingen). Het gebied onder zijn domein bestond uit een paar dorpen en gehuchten, evenals de landbouw en de graslanden en een strook langs de kust van het meer van Galilea die geschikt zijn voor de visserij en maritieme transport (Nadav Na'aman (2012): "The Kingdom of Geshur in History and Memory", Scandinavian Journal of the Old Testament: An International Journal of Nordic Theology, 26:1, 88-101).
Aangemaakt 11 juni 2005, laatst bijgewerkt 1 december 2020