Drs. Johan Negenman , Een geografie van Palestina, , [1982], 83, Ook bestaat de mogelijkheid van hagel (Ps 78:47-48) of van sneeuw (1 Makk. 13:22), maar dit komt in Palestina betrekkelijk zelden voor. Sneeuw die op de centrale bergrug of op het plateau van Transjordanië valt, blijft nooit lang liggen; de temperatuur stijgt immers overdag altijd tot boven het nulpunt. Sneeuw van langere duur treft men enkel aan op de hoogste bergen, bijvoorbeeld op de toppen van de Libanon, welke naam dan ook 'de witte' betekent, op de Hermon, die in het arabisch gebel es-seh (d.i. berg van de grijsaard) heet, en op de gebel ed-druz.
Encyclopedie , Jewish Encyclopedia, , HAIL, Frozen rain falling in pellets of various sizes and shapes. The Hebrew words for "hail" are: , the most usual term: (Ezek. xiii. 11, 13; xxxviii. 22); and (Ps. lxxviii. 47), the meaning of which is only conjectural. Hailstones were regarded as proofs of God's might (Ecclus. [Sirach] xliii. 15); they are spoken of as being kept in God'sstorehouses or treasuries (Job xxxviii. 22). The best known hail-storm in the Bible is the seventh plague which God inflicted on the Egyptians immediately before the Exodus (Ex. ix. 13-35; Ps. l.c.). On another occasion hail served as God's destroying agent; and it is said that those who died from hailstones were more than those who died by the sword of Israel (Josh. x. 11). For this reason hail is often mentioned as a punishment (Isa. xxviii. 17; Ezek. xiii. 11, 13). Once hail occurs in a description of the appearance of God (Ps. xviii. 13). Hail is very often coupled with fire (Ex. ix. 23, 24; Ps. xviii. 13 [A. V. 12]), and it is also mentioned in connection with thunder (Ex. ix. 23, 28; Ps. xviii. 14).