De afgelopen dagen heb ik het boek De Fatale Kust, Het Epos van Australë van Robert Hughes gelezen. Een boek waarin de fascinerende en afschuwelijke geschiedenis wordt beschreven van de geboorte van Australië. De geschiedenis van een immense strafkolonie tot een welvarende natie.
We lezen hoe de Engelse overheid het "masterplan" maakt om de problematiek van de overvolle gevangenissen op een gemakkelijke manier op te lossen. Dit masterplan bestaat uit het idee om de criminelen te verbannen naar een plek, waarvan geen terugkeer is. Dit plan wordt in 1788 in werking stelt door een eerste gevangenentransport, 80 jaar later kwamen de laatste criminelen uit Engeland aan.
Het blijkt al gauw dat onder criminelen niet alleen moordenaars en gewelddadige personen worden bedoeld, maar ook politieke tegenstanders, armen die soms alleen een brood hadden gestolen of een paar sokken om minder koude voeten te hebben.
Op de vraag wat dit nu met bovengenoemd psalmgedeelte te maken heeft. Voordat deze personen werden verbannen, werden verschillenden tot de strop veroordeeld. En aangezien politieke correctheid ook toen al aan de orde was, moesten de veroordeelden bovengenoemd Bijbelgedeelte opzeggen. Niets komt zo wrang over als die laatste zin: delg uit al mijn ongerechtigheden waarna de persoon werd opgehangen, vandaar dat deze psalm vroeger de "Psalm der gehangenen" werd genoemd.
Het boek is een aanrader, ook al laat het een zwarte pagina van de westerse geschiedenis zien.