SV | Doch Nahas, de Ammoniet, zeide tot hen: Mits dezen zal ik [een verbond] met ulieden maken, dat ik u allen het rechteroog uitsteke; en dat ik deze schande op gans Israel legge. |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר אֲלֵיהֶ֗ם נָחָשׁ֙ הָעַמֹּונִ֔י בְּזֹאת֙ אֶכְרֹ֣ת לָכֶ֔ם בִּנְקֹ֥ור לָכֶ֖ם כָּל־עֵ֣ין יָמִ֑ין וְשַׂמְתִּ֥יהָ חֶרְפָּ֖ה עַל־כָּל־יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wayyō’mer ’ălêhem nāḥāš hā‘ammwōnî bəzō’ṯ ’eḵərōṯ lāḵem binəqwōr lāḵem kāl-‘ên yāmîn wəśamətîhā ḥerəpâ ‘al-kāl-yiśərā’ēl: |
Doch Nahas, de Ammoniet, zeide tot hen: Mits dezen zal ik [een verbond] met ulieden maken, dat ik u allen het rechteroog uitsteke; en dat ik deze schande op gans Israel legge.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Doch Nahas, de Ammoniet, zeide tot hen: Mits dezen zal ik [een verbond] met ulieden maken, dat ik u allen het rechteroog uitsteke; en dat ik deze schande op gans Israël legge.
____ ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!