SV | Saul nu kende de stem van David, en zeide: Is dit uw stem, mijn zoon David? David zeide: Het is mijn stem, mijn heer koning! |
WLC | וַיַּכֵּ֤ר שָׁאוּל֙ אֶת־קֹ֣ול דָּוִ֔ד וַיֹּ֕אמֶר הֲקֹולְךָ֥ זֶ֖ה בְּנִ֣י דָוִ֑ד וַיֹּ֣אמֶר דָּוִ֔ד קֹולִ֖י אֲדֹנִ֥י הַמֶּֽלֶךְ׃ |
Trans. | wayyakēr šā’ûl ’eṯ-qwōl dāwiḏ wayyō’mer hăqwōləḵā zeh bənî ḏāwiḏ wayyō’mer dāwiḏ qwōlî ’ăḏōnî hammeleḵə: |
Saul nu kende de stem van David, en zeide: Is dit uw stem, mijn zoon David? David zeide: Het is mijn stem, mijn heer koning!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Saul nu kende de stem van David, en zeide: Is dit uw stem, mijn zoon David? David zeide: Het is mijn stem, mijn heer koning!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!