SV | Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden. |
WLC | וַיֵּצֵא֙ אֶל־מֹוצָ֣א הַמַּ֔יִם וַיַּשְׁלֶךְ־שָׁ֖ם מֶ֑לַח וַיֹּ֜אמֶר כֹּֽה־אָמַ֣ר יְהוָ֗ה רִפִּ֙אתִי֙ לַמַּ֣יִם הָאֵ֔לֶּה לֹֽא־יִהְיֶ֥ה מִשָּׁ֛ם עֹ֖וד מָ֥וֶת וּמְשַׁכָּֽלֶת׃ |
Trans. | wayyēṣē’ ’el-mwōṣā’ hammayim wayyašəleḵə-šām melaḥ wayyō’mer kōh-’āmar JHWH ripi’ṯî lammayim hā’ēlleh lō’-yihəyeh miššām ‘wōḏ māweṯ ûməšakāleṯ: |
Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!