2 Koningen 2:23

SVEn hij ging van daar op naar Beth-el. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!
WLCוַיַּ֥עַל מִשָּׁ֖ם בֵּֽית־אֵ֑ל וְה֣וּא ׀ עֹלֶ֣ה בַדֶּ֗רֶךְ וּנְעָרִ֤ים קְטַנִּים֙ יָצְא֣וּ מִן־הָעִ֔יר וַיִּתְקַלְּסוּ־בֹו֙ וַיֹּ֣אמְרוּ לֹ֔ו עֲלֵ֥ה קֵרֵ֖חַ עֲלֵ֥ה קֵרֵֽחַ׃
Trans.wayya‘al miššām bêṯ-’ēl wəhû’ ‘ōleh ḇadereḵə ûnə‘ārîm qəṭannîm yāṣə’û min-hā‘îr wayyiṯəqalləsû-ḇwō wayyō’mərû lwō ‘ălēh qērēḥa ‘ălēh qērēḥa:

Algemeen

Zie ook: Beth-El, Elisa (profeet), Kaalkop, Pad, Straat, Weg

Aantekeningen

En hij ging van daar op naar Beth-el. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יַּ֥עַל

En hij ging

מִ

-

שָּׁ֖ם

daar

בֵּֽית־

-

אֵ֑ל

naar Beth-El

וְ

-

ה֣וּא׀

Als hij

עֹלֶ֣ה

op

בַ

-

דֶּ֗רֶךְ

nu den weg

וּ

-

נְעָרִ֤ים

jongens

קְטַנִּים֙

kleine

יָצְא֣וּ

zo kwamen

מִן־

van

הָ

-

עִ֔יר

de stad

וַ

-

יִּתְקַלְּסוּ־

die bespotten

ב

-

וֹ֙

-

וַ

-

יֹּ֣אמְרוּ

hem, en zeiden

ל֔

-

וֹ

-

עֲלֵ֥ה

opging

קֵרֵ֖חַ

tot hem: Kaalkop

עֲלֵ֥ה

ga op

קֵרֵֽחַ

kaalkop


En hij ging van daar op naar Beth-el. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!