SV | En zij gaven het David te kennen, zeggende: Uria is niet afgegaan in zijn huis. Toen zeide David tot Uria: Komt gij niet van de reis? Waarom zijt gij niet afgegaan in uw huis? |
WLC | וַיַּגִּ֤דוּ לְדָוִד֙ לֵאמֹ֔ר לֹֽא־יָרַ֥ד אוּרִיָּ֖ה אֶל־בֵּיתֹ֑ו וַיֹּ֨אמֶר דָּוִ֜ד אֶל־אוּרִיָּ֗ה הֲלֹ֤וא מִדֶּ֙רֶךְ֙ אַתָּ֣ה בָ֔א מַדּ֖וּעַ לֹֽא־יָרַ֥דְתָּ אֶל־בֵּיתֶֽךָ׃ |
Trans. | wayyagiḏû ləḏāwiḏ lē’mōr lō’-yāraḏ ’ûrîyâ ’el-bêṯwō wayyō’mer dāwiḏ ’el-’ûrîyâ hălwō’ midereḵə ’atâ ḇā’ madû‘a lō’-yāraḏətā ’el-bêṯeḵā: |
En zij gaven het David te kennen, zeggende: Uria is niet afgegaan in zijn huis. Toen zeide David tot Uria: Komt gij niet van de reis? Waarom zijt gij niet afgegaan in uw huis?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij gaven het David te kennen, zeggende: Uria is niet afgegaan in zijn huis. Toen zeide David tot Uria: Komt gij niet van de reis? Waarom zijt gij niet afgegaan in uw huis?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!