SV | En Hij zeide: Wat ziet gij Amos? En ik zeide: Een korf met zomervruchten. Toen zeide de HEERE tot mij: Het einde is gekomen over Mijn volk Israel; Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan. |
WLC | וַיֹּ֗אמֶר מָֽה־אַתָּ֤ה רֹאֶה֙ עָמֹ֔וס וָאֹמַ֖ר כְּל֣וּב קָ֑יִץ וַיֹּ֨אמֶר יְהוָ֜ה אֵלַ֗י בָּ֤א הַקֵּץ֙ אֶל־עַמִּ֣י יִשְׂרָאֵ֔ל לֹא־אֹוסִ֥יף עֹ֖וד עֲבֹ֥ור לֹֽו׃ |
Trans. | wayyō’mer mâ-’atâ rō’eh ‘āmwōs wā’ōmar kəlûḇ qāyiṣ wayyō’mer JHWH ’ēlay bā’ haqqēṣ ’el-‘ammî yiśərā’ēl lō’-’wōsîf ‘wōḏ ‘ăḇwōr lwō: |
En Hij zeide: Wat ziet gij Amos? En ik zeide: Een korf met zomervruchten. Toen zeide de HEERE tot mij: Het einde is gekomen over Mijn volk Israel; Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Hij zeide: Wat ziet gij Amos? En ik zeide: Een korf met zomervruchten. Toen zeide de HEERE tot mij: Het einde is gekomen over Mijn volk Israel; Ik zal het voortaan niet meer voorbijgaan.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!