SV | Want de zaak die de koning begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die dezelve voor den koning te kennen [kan] geven, dan de goden, welker woning bij het vlees niet is. |
WLC | וּמִלְּתָ֨א דִֽי־מַלְכָּ֤ה שָׁאֵל֙ יַקִּירָ֔ה וְאָחֳרָן֙ לָ֣א אִיתַ֔י דִּ֥י יְחַוִּנַּ֖הּ קֳדָ֣ם מַלְכָּ֑א לָהֵ֣ן אֱלָהִ֔ין דִּ֚י מְדָ֣רְהֹ֔ון עִם־בִּשְׂרָ֖א לָ֥א אִיתֹֽוהִי׃ |
Trans. | ûmilləṯā’ ḏî-maləkâ šā’ēl yaqqîrâ wə’āḥŏrān lā’ ’îṯay dî yəḥaûinnah qŏḏām maləkā’ lâēn ’ĕlâîn dî məḏārəhwōn ‘im-biśərā’ lā’ ’îṯwōhî: |
Want de zaak die de koning begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die dezelve voor den koning te kennen [kan] geven, dan de goden, welker woning bij het vlees niet is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Want de zaak die de koning begeert, is te zwaar; en er is niemand anders, die dezelve voor den koning te kennen [kan] geven, dan de goden, welker woning bij het vlees niet is.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!