Daniel 8:7

SVEn ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste.
WLCוּרְאִיתִ֞יו מַגִּ֣יעַ ׀ אֵ֣צֶל הָאַ֗יִל וַיִּתְמַרְמַ֤ר אֵלָיו֙ וַיַּ֣ךְ אֶת־הָאַ֔יִל וַיְשַׁבֵּר֙ אֶת־שְׁתֵּ֣י קְרָנָ֔יו וְלֹא־הָ֥יָה כֹ֛חַ בָּאַ֖יִל לַעֲמֹ֣ד לְפָנָ֑יו וַיַּשְׁלִיכֵ֤הוּ אַ֙רְצָה֙ וַֽיִּרְמְסֵ֔הוּ וְלֹא־הָיָ֥ה מַצִּ֛יל לָאַ֖יִל מִיָּדֹֽו׃
Trans.ûrə’îṯîw magî‘a ’ēṣel hā’ayil wayyiṯəmarəmar ’ēlāyw wayyaḵə ’eṯ-hā’ayil wayəšabēr ’eṯ-šətê qərānāyw wəlō’-hāyâ ḵōḥa bā’ayil la‘ămōḏ ləfānāyw wayyašəlîḵēhû ’arəṣâ wayyirəməsēhû wəlō’-hāyâ maṣṣîl lā’ayil mîyāḏwō:

Algemeen

Zie ook: Aangezicht, Gelaat, Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וּ

-

רְאִיתִ֞יו

En ik zag

מַגִּ֣יעַ׀

hem, nakende

אֵ֣צֶל

aan

הָ

-

אַ֗יִל

den ram

וַ

-

יִּתְמַרְמַ֤ר

en hij verbitterde zich

אֵלָיו֙

-

וַ

-

יַּ֣ךְ

tegen hem, en hij stiet

אֶת־

-

הָ

-

אַ֔יִל

den ram

וַ

-

יְשַׁבֵּר֙

en hij brak

אֶת־

-

שְׁתֵּ֣י

zijn beide

קְרָנָ֔יו

hoornen

וְ

-

לֹא־

-

הָ֥יָה

-

כֹ֛חַ

was geen kracht

בָּ

-

אַ֖יִל

en in den ram

לַ

-

עֲמֹ֣ד

te bestaan

לְ

-

פָנָ֑יו

om voor zijn aangezicht

וַ

-

יַּשְׁלִיכֵ֤הוּ

en hij wierp

אַ֙רְצָה֙

hem ter aarde

וַֽ

-

יִּרְמְסֵ֔הוּ

en hij vertrad

וְ

-

לֹא־

-

הָיָ֥ה

-

מַצִּ֛יל

verloste

לָ

-

אַ֖יִל

hem, en er was niemand, die den ram

מִ

-

יָּדֽוֹ

uit zijn hand


En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!