SV | Doch gij wildet niet optrekken; maar gij waart den mond des HEEREN uws Gods, wederspannig. |
WLC | וְלֹ֥א אֲבִיתֶ֖ם לַעֲלֹ֑ת וַתַּמְר֕וּ אֶת־פִּ֥י יְהוָ֖ה אֱלֹהֵיכֶֽם׃ |
Trans. | wəlō’ ’ăḇîṯem la‘ălōṯ watamərû ’eṯ-pî JHWH ’ĕlōhêḵem: |
Doch gij wildet niet optrekken; maar gij waart den mond des HEEREN uws Gods, wederspannig.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Doch gij wildet niet optrekken; maar gij waart den mond des HEEREN uws Gods, wederspannig.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!