SV | Wanneer gij aan uw naaste iets zult geleend hebben, zo zult gij tot zijn huis niet ingaan, om zijn pand te pand te nemen; |
WLC | כִּֽי־תַשֶּׁ֥ה בְרֵֽעֲךָ מַשַּׁ֣את מְא֑וּמָה לֹא־תָבֹ֥א אֶל־בֵּיתֹ֖ו לַעֲבֹ֥ט עֲבֹטֹֽו׃ |
Trans. | kî-ṯaššeh ḇərē‘ăḵā mašša’ṯ mə’ûmâ lō’-ṯāḇō’ ’el-bêṯwō la‘ăḇōṭ ‘ăḇōṭwō: |
Wanneer gij aan uw naaste iets zult geleend hebben, zo zult gij tot zijn huis niet ingaan, om zijn pand te pand te nemen;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Wanneer gij aan uw naaste iets zult geleend hebben, zo zult gij tot zijn huis niet ingaan, om zijn pand te pand te nemen;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!