SV | Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den HEERE, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage; |
WLC | פֶּן־יֵ֣שׁ בָּ֠כֶם אִ֣ישׁ אֹו־אִשָּׁ֞ה אֹ֧ו מִשְׁפָּחָ֣ה אֹו־שֵׁ֗בֶט אֲשֶׁר֩ לְבָבֹ֨ו פֹנֶ֤ה הַיֹּום֙ מֵעִם֙ יְהוָ֣ה אֱלֹהֵ֔ינוּ לָלֶ֣כֶת לַעֲבֹ֔ד אֶת־אֱלֹהֵ֖י הַגֹּויִ֣ם הָהֵ֑ם פֶּן־יֵ֣שׁ בָּכֶ֗ם שֹׁ֛רֶשׁ פֹּרֶ֥ה רֹ֖אשׁ וְלַעֲנָֽה׃ |
Trans. | 29:17 pen-yēš bāḵem ’îš ’wō-’iššâ ’wō mišəpāḥâ ’wō-šēḇeṭ ’ăšer ləḇāḇwō fōneh hayywōm mē‘im JHWH ’ĕlōhênû lāleḵeṯ la‘ăḇōḏ ’eṯ-’ĕlōhê hagwōyim hâēm pen-yēš bāḵem šōreš pōreh rō’š wəla‘ănâ: |
Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den HEERE, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den HEERE, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!