Aantekeningen bij de Bijbel: Esther 7:4

Esther 7:4

SV	Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, dat men [ons] verdelge, dode en ombrenge. Indien wij nog tot knechten en tot dienstmaagden waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden.
WLC	כִּ֤י נִמְכַּ֙רְנוּ֙ אֲנִ֣י וְעַמִּ֔י לְהַשְׁמִ֖יד לַהֲרֹ֣וג וּלְאַבֵּ֑ד וְ֠אִלּוּ לַעֲבָדִ֨ים וְלִשְׁפָחֹ֤ות נִמְכַּ֙רְנוּ֙ הֶחֱרַ֔שְׁתִּי כִּ֣י אֵ֥ין הַצָּ֛ר שֹׁוֶ֖ה בְּנֵ֥זֶק הַמֶּֽלֶךְ׃ ס
Trans.	kî niməkarənû ’ănî wə‘ammî ləhašəmîḏ lahărwōḡ ûlə’abēḏ wə’illû l^a‘ăḇāḏîm wəlišəfāḥwōṯ niməkarənû heḥĕrašətî kî ’ên haṣṣār šwōeh bənēzeq hammeleḵə:

Aantekeningen

Want wij zijn verkocht, ik en mijn volk, dat men [ons] verdelge, dode en ombrenge. Indien wij nog tot knechten en tot dienstmaagden waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden.

Want wij zijn verkocht, Esther zinspeelt hier op het bloedgeld, dat Haman in de schatkist wilde storten.
ik en mijn volk, dat men ons verdelge, dode en ombrenge. Hier haalt ze het edict van Haman aan, dat van verdelgen, doden en verdoen sprak. Zij noemt zichzelf eerst om op het gemoed van de koning te werken.
ofschoon de onderdrukker de schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden. of anders vertaald: "want de vijand is niet waard om de koning daarmee lastig te vallen".