SV | En zij bakten van het deeg, dat zij uit Egypte gebracht hadden, ongezuurde koeken; want het was niet gedesemd; overmits zij uit Egypte uitgedreven werden, zodat zij niet vertoeven konden, noch ook tering voor zich bereiden. |
WLC | וַיֹּאפ֨וּ אֶת־הַבָּצֵ֜ק אֲשֶׁ֨ר הֹוצִ֧יאוּ מִמִּצְרַ֛יִם עֻגֹ֥ת מַצֹּ֖ות כִּ֣י לֹ֣א חָמֵ֑ץ כִּֽי־גֹרְשׁ֣וּ מִמִּצְרַ֗יִם וְלֹ֤א יָֽכְלוּ֙ לְהִתְמַהְמֵ֔הַּ וְגַם־צֵדָ֖ה לֹא־עָשׂ֥וּ לָהֶֽם׃ |
Trans. | wayyō’fû ’eṯ-habāṣēq ’ăšer hwōṣî’û mimmiṣərayim ‘uḡōṯ maṣṣwōṯ kî lō’ ḥāmēṣ kî-ḡōrəšû mimmiṣərayim wəlō’ yāḵəlû ləhiṯəmahəmēhha wəḡam-ṣēḏâ lō’-‘āśû lâem: |
En zij bakten van het deeg, dat zij uit Egypte gebracht hadden, ongezuurde koeken; want het was niet gedesemd; overmits zij uit Egypte uitgedreven werden, zodat zij niet vertoeven konden, noch ook tering voor zich bereiden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij bakten van het deeg, dat zij uit Egypte gebracht hadden, ongezuurde koeken; want het was niet gedesemd; overmits zij uit Egypte uitgedreven werden, zodat zij niet vertoeven konden, noch ook tering voor zich bereiden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!