SV | En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE? |
WLC | וַיֹּ֨אמֶר יְהוָ֜ה אֵלָ֗יו מִ֣י שָׂ֣ם פֶּה֮ לָֽאָדָם֒ אֹ֚ו מִֽי־יָשׂ֣וּם אִלֵּ֔ם אֹ֣ו חֵרֵ֔שׁ אֹ֥ו פִקֵּ֖חַ אֹ֣ו עִוֵּ֑ר הֲלֹ֥א אָנֹכִ֖י יְהוָֽה׃ |
Trans. | wayyō’mer JHWH ’ēlāyw mî śām peh lā’āḏām ’wō mî-yāśûm ’illēm ’wō ḥērēš ’wō fiqqēḥa ’wō ‘iûēr hălō’ ’ānōḵî JHWH: |
En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de HEERE zeide tot hem: Wie heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, of dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!