SV | Maar die kinderen waren [ook] wederspannig tegen Mij; zij wandelden niet in Mijn inzettingen, en Mijn rechten namen zij niet waar, om die te doen; dewelke, zo ze een mens doet, zal [hij] door dezelve leven; zij ontheiligden Mijn sabbatten, dat Ik zeide, Mijn grimmigheid te zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn tegen hen in de woestijn. |
WLC | וַיַּמְרוּ־בִ֣י הַבָּנִ֗ים בְּחֻקֹּותַ֣י לֹֽא־הָ֠לָכוּ וְאֶת־מִשְׁפָּטַ֨י לֹא־שָׁמְר֜וּ לַעֲשֹׂ֣ות אֹותָ֗ם אֲשֶׁר֩ יַעֲשֶׂ֨ה אֹותָ֤ם הָֽאָדָם֙ וָחַ֣י בָּהֶ֔ם אֶת־שַׁבְּתֹותַ֖י חִלֵּ֑לוּ וָאֹמַ֞ר לִשְׁפֹּ֧ךְ חֲמָתִ֣י עֲלֵיהֶ֗ם לְכַלֹּ֥ות אַפִּ֛י בָּ֖ם בַּמִּדְבָּֽר׃ |
Trans. | wayyamərû-ḇî habānîm bəḥuqqwōṯay lō’-hālāḵû wə’eṯ-mišəpāṭay lō’-šāmərû la‘ăśwōṯ ’wōṯām ’ăšer ya‘ăśeh ’wōṯām hā’āḏām wāḥay bâem ’eṯ-šabəṯwōṯay ḥillēlû wā’ōmar lišəpōḵə ḥămāṯî ‘ălêhem ləḵallwōṯ ’apî bām bammiḏəbār: |
Maar die kinderen waren [ook] wederspannig tegen Mij; zij wandelden niet in Mijn inzettingen, en Mijn rechten namen zij niet waar, om die te doen; dewelke, zo ze een mens doet, zal [hij] door dezelve leven; zij ontheiligden Mijn sabbatten, dat Ik zeide, Mijn grimmigheid te zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn tegen hen in de woestijn.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar die kinderen waren [ook] wederspannig tegen Mij; zij wandelden niet in Mijn inzettingen, en Mijn rechten namen zij niet waar, om die te doen; dewelke, zo ze een mens doet, zal [hij] door dezelve leven; zij ontheiligden Mijn sabbatten, dat Ik zeide, Mijn grimmigheid te zullen uitgieten over hen, volbrengende Mijn toorn tegen hen in de woestijn.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!