Ezechiel 33:30

SVEn gij, o mensenkind! de kinderen uws volks spreken steeds van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en de een spreekt met den ander, een iegelijk met zijn broeder, zeggende: Komt toch en hoort, wat het woord zij, dat van den HEERE voortkomt.
WLCוְאַתָּ֣ה בֶן־אָדָ֔ם בְּנֵ֣י עַמְּךָ֗ הַנִּדְבָּרִ֤ים בְּךָ֙ אֵ֣צֶל הַקִּירֹ֔ות וּבְפִתְחֵ֖י הַבָּתִּ֑ים וְדִבֶּר־חַ֣ד אֶת־אַחַ֗ד אִ֤ישׁ אֶת־אָחִיו֙ לֵאמֹ֔ר בֹּֽאוּ־נָ֣א וְשִׁמְע֔וּ מָ֣ה הַדָּבָ֔ר הַיֹּוצֵ֖א מֵאֵ֥ת יְהוָֽה׃
Trans.wə’atâ ḇen-’āḏām bənê ‘amməḵā hanniḏəbārîm bəḵā ’ēṣel haqqîrwōṯ ûḇəfiṯəḥê habātîm wəḏiber-ḥaḏ ’eṯ-’aḥaḏ ’îš ’eṯ-’āḥîw lē’mōr bō’û-nā’ wəšimə‘û mâ hadāḇār hayywōṣē’ mē’ēṯ JHWH:

Algemeen

Zie ook: Huis

Aantekeningen

En gij, o mensenkind! de kinderen uws volks spreken steeds van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en de een spreekt met den ander, een iegelijk met zijn broeder, zeggende: Komt toch en hoort, wat het woord zij, dat van den HEERE voortkomt.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

אַתָּ֣ה

-

בֶן־

En gij, mensenkind

אָדָ֔ם

-

בְּנֵ֣י

de kinderen

עַמְּךָ֗

uws volks

הַ

-

נִּדְבָּרִ֤ים

spreken

בְּ

-

ךָ֙

-

אֵ֣צֶל

steeds van

הַ

-

קִּיר֔וֹת

bij de wanden

וּ

-

בְ

-

פִתְחֵ֖י

en in de deuren

הַ

-

בָּתִּ֑ים

der huizen

וְ

-

דִבֶּר־

spreekt

חַ֣ד

en de een

אֶת־

-

אַחַ֗ד

met den ander

אִ֤ישׁ

een iegelijk

אֶת־

-

אָחִיו֙

met zijn broeder

לֵ

-

אמֹ֔ר

zeggende

בֹּֽאוּ־

Komt

נָ֣א

-

וְ

-

שִׁמְע֔וּ

toch en hoort

מָ֣ה

-

הַ

-

דָּבָ֔ר

wat het woord

הַ

-

יּוֹצֵ֖א

voortkomt

מֵ

-

אֵ֥ת

-

יְהוָֽה

zij, dat van den HEERE


En gij, o mensenkind! de kinderen uws volks spreken steeds van u bij de wanden en in de deuren der huizen; en de een spreekt met den ander, een iegelijk met zijn broeder, zeggende: Komt toch en hoort, wat het woord zij, dat van den HEERE voortkomt.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!