SV | En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht [als] Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun mond, [maar] hun hart wandelt hun gierigheid na. |
WLC | וְיָבֹ֣ואוּ אֵ֠לֶיךָ כִּמְבֹוא־עָ֞ם וְיֵשְׁב֤וּ לְפָנֶ֙יךָ֙ עַמִּ֔י וְשָֽׁמְעוּ֙ אֶת־דְּבָרֶ֔יךָ וְאֹותָ֖ם לֹ֣א יַֽעֲשׂ֑וּ כִּֽי־עֲגָבִ֤ים בְּפִיהֶם֙ הֵ֣מָּה עֹשִׂ֔ים אַחֲרֵ֥י בִצְעָ֖ם לִבָּ֥ם הֹלֵֽךְ׃ |
Trans. | wəyāḇwō’û ’ēleyḵā kiməḇwō’-‘ām wəyēšəḇû ləfāneyḵā ‘ammî wəšāmə‘û ’eṯ-dəḇāreyḵā wə’wōṯām lō’ ya‘ăśû kî-‘ăḡāḇîm bəfîhem hēmmâ ‘ōśîm ’aḥărê ḇiṣə‘ām libām hōlēḵə: |
En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht [als] Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun mond, [maar] hun hart wandelt hun gierigheid na.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht [als] Mijn volk, en horen uw woorden, maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met hun mond, [maar] hun hart wandelt hun gierigheid na.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!