SV | Als zij hun schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding, [met] dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand was, die hen verschrikte. |
WLC | וְנָשׂוּ֙ אֶת־כְּלִמָּתָ֔ם וְאֶת־כָּל־מַעֲלָ֖ם אֲשֶׁ֣ר מָעֲלוּ־בִ֑י בְּשִׁבְתָּ֧ם עַל־אַדְמָתָ֛ם לָבֶ֖טַח וְאֵ֥ין מַחֲרִֽיד׃ |
Trans. | wənāśû ’eṯ-kəlimmāṯām wə’eṯ-kāl-ma‘ălām ’ăšer mā‘ălû-ḇî bəšiḇətām ‘al-’aḏəmāṯām lāḇeṭaḥ wə’ên maḥărîḏ: |
Als zij hun schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding, [met] dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand was, die hen verschrikte.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Als zij hun schande zullen gedragen hebben, en al hun overtreding, [met] dewelke zij tegen Mij hebben overtreden, toen zij in hun land zeker woonden, en er niemand was, die hen verschrikte.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!