SV | En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes. |
WLC | וַהֲקִ֨ימוּ כָהֲנַיָּ֜א בִּפְלֻגָּתְהֹ֗ון וְלֵוָיֵא֙ בְּמַחְלְקָ֣תְהֹ֔ון עַל־עֲבִידַ֥ת אֱלָהָ֖א דִּ֣י בִירוּשְׁלֶ֑ם כִּכְתָ֖ב סְפַ֥ר מֹשֶֽׁה׃ פ |
Trans. | wahăqîmû ḵâănayyā’ bifəlugāṯəhwōn wəlēwāyē’ bəmaḥələqāṯəhwōn ‘al-‘ăḇîḏaṯ ’ĕlâā’ dî ḇîrûšəlem kiḵəṯāḇ səfar mōšeh: |
En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!