Filippenzen 1:7

SVGelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in [mijn] hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en [in mijn] verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, [zeg ik], mijner genade mede deelachtig zijt.
Steph καθως εστιν δικαιον εμοι τουτο φρονειν υπερ παντων υμων δια το εχειν με εν τη καρδια υμας εν τε τοις δεσμοις μου και τη απολογια και βεβαιωσει του ευαγγελιου συγκοινωνους μου της χαριτος παντας υμας οντας
Trans.kathōs estin dikaion emoi touto phronein yper pantōn ymōn dia to echein me en tē kardia ymas en te tois desmois mou kai tē apologia kai bebaiōsei tou euangeliou synkoinōnous mou tēs charitos pantas ymas ontas

Algemeen

Zie ook: Apologetiek, Hart (lichaamsdeel)
Efeziers 3:1, Efeziers 4:1, Colossenzen 4:3, Colossenzen 4:18, 2 Timotheus 1:8

Aantekeningen

Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in [mijn] hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en [in mijn] verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, [zeg ik], mijner genade mede deelachtig zijt.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

καθως
Gelijk
εστιν
is

-
δικαιον
recht
εμοι
het bij mij
τουτο
dit
φρονειν
gevoel

-
υπερ
dat ik van
παντων
allen
υμων
-
δια
omdat
το
-
εχειν
houde

-
με
-
εν
ik in
τη
-
καρδια
hart
υμας
dat gij
εν
in
τε
beide
τοις
-
δεσμοις
banden
μου
mijn
και
en
εν
-
τη
-
απολογια
verantwoording
και
en
βεβαιωσει
bevestiging
του
-
ευαγγελιου
van het Evangelie
συγκοινωνους
mede deelachtig
μου
mijner
της
-
χαριτος
genade
παντας
allen
υμας
gij
οντας
zijt

-

Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in [mijn] hart houde, dat gij, beide in mijn banden, en [in mijn] verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen, [zeg ik], mijner genade mede deelachtig zijt.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!