Genesis 26:9

SVToen riep Abimelech Izak, en zeide: Voorwaar, zie, zij is uw huisvrouw! hoe hebt gij dan gezegd: Zij is mijn zuster? En Izak zeide tot hem: Want ik zeide: Dat ik niet misschien om harentwil sterve.
WLCוַיִּקְרָ֨א אֲבִימֶ֜לֶךְ לְיִצְחָ֗ק וַיֹּ֙אמֶר֙ אַ֣ךְ הִנֵּ֤ה אִשְׁתְּךָ֙ הִ֔וא וְאֵ֥יךְ אָמַ֖רְתָּ אֲחֹ֣תִי הִ֑וא וַיֹּ֤אמֶר אֵלָיו֙ יִצְחָ֔ק כִּ֣י אָמַ֔רְתִּי פֶּן־אָמ֖וּת עָלֶֽיהָ׃
Trans.wayyiqərā’ ’ăḇîmeleḵə ləyiṣəḥāq wayyō’mer ’aḵə hinnēh ’išətəḵā hiw’ wə’êḵə ’āmarətā ’ăḥōṯî hiw’ wayyō’mer ’ēlāyw yiṣəḥāq kî ’āmarətî pen-’āmûṯ ‘āleyhā:

Algemeen

Zie ook: Abimelech (Gerar), Izaak, Izak

Aantekeningen

Toen riep Abimelech Izak, en zeide: Voorwaar, zie, zij is uw huisvrouw! hoe hebt gij dan gezegd: Zij is mijn zuster? En Izak zeide tot hem: Want ik zeide: Dat ik niet misschien om harentwil sterve.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יִּקְרָ֨א

Toen riep

אֲבִימֶ֜לֶךְ

Abimélech

לְ

-

יִצְחָ֗ק

Izak

וַ

-

יֹּ֙אמֶר֙

en zeide

אַ֣ךְ

Voorwaar

הִנֵּ֤ה

zie

אִשְׁתְּךָ֙

uw huisvrouw

הִ֔וא

zij

וְ

-

אֵ֥יךְ

hoe

אָמַ֖רְתָּ

hebt gij dan gezegd

אֲחֹ֣תִי

mijn zuster

הִ֑וא

Zij

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

אֵלָיו֙

tot

יִצְחָ֔ק

En Izak

כִּ֣י

hem: Want

אָמַ֔רְתִּי

ik zeide

פֶּן־

Dat ik niet misschien

אָמ֖וּת

harentwil sterve

עָלֶֽיהָ

om


Toen riep Abimelech Izak, en zeide: Voorwaar, zie, zij is uw huisvrouw! hoe hebt gij dan gezegd: Zij is mijn zuster? En Izak zeide tot hem: Want ik zeide: Dat ik niet misschien om harentwil sterve.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!