Genesis 6:7

SVEn de HEERE zeide: Ik zal den mens, dien Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb.
WLCוַיֹּ֣אמֶר יְהוָ֗ה אֶמְחֶ֨ה אֶת־הָאָדָ֤ם אֲשֶׁר־בָּרָ֙אתִי֙ מֵעַל֙ פְּנֵ֣י הָֽאֲדָמָ֔ה מֵֽאָדָם֙ עַד־בְּהֵמָ֔ה עַד־רֶ֖מֶשׂ וְעַד־עֹ֣וף הַשָּׁמָ֑יִם כִּ֥י נִחַ֖מְתִּי כִּ֥י עֲשִׂיתִֽם׃
Trans.wayyō’mer JHWH ’eməḥeh ’eṯ-hā’āḏām ’ăšer-bārā’ṯî mē‘al pənê hā’ăḏāmâ mē’āḏām ‘aḏ-bəhēmâ ‘aḏ-remeś wə‘aḏ-‘wōf haššāmāyim kî niḥamətî kî ‘ăśîṯim:

Algemeen

Zie ook: JHWH

Aantekeningen

En de HEERE zeide: Ik zal den mens, dien Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֣אמֶר

zeide

יְהוָ֗ה

En de HEERE

אֶמְחֶ֨ה

verdelgen

אֶת־

-

הָ

-

אָדָ֤ם

Ik zal den mens

אֲשֶׁר־

dien

בָּרָ֙אתִי֙

Ik geschapen heb

מֵ

-

עַל֙

-

פְּנֵ֣י

-

הָֽ

-

אֲדָמָ֔ה

den aardbodem

מֵֽ

-

אָדָם֙

den mens

עַד־

tot

בְּהֵמָ֔ה

het vee

עַד־

tot

רֶ֖מֶשׂ

het kruipend gedierte

וְ

-

עַד־

en tot

ע֣וֹף

het gevogelte

הַ

-

שָּׁמָ֑יִם

des hemels

כִּ֥י

toe; want

נִחַ֖מְתִּי

het berouwt Mij

כִּ֥י

dat

עֲשִׂיתִֽם

Ik hen gemaakt heb


En de HEERE zeide: Ik zal den mens, dien Ik geschapen heb, verdelgen van den aardbodem, van den mens tot het vee, tot het kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!