SV | En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen. |
Steph | του δε πληθους των πιστευσαντων ην η καρδια και η ψυχη μια και ουδε εις τι των υπαρχοντων αυτω ελεγεν ιδιον ειναι αλλ ην αυτοις απαντα κοινα |
Trans. | tou de plēthous tōn pisteusantōn ēn ē kardia kai ē psychē mia kai oude eis ti tōn yparchontōn autō elegen idion einai all ēn autois apanta koina |
En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de menigte van degenen, die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!