SV | En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen. |
Steph | και ου μη διδαξωσιν εκαστος τον πλησιον αυτου και εκαστος τον αδελφον αυτου λεγων γνωθι τον κυριον οτι παντες ειδησουσιν με απο μικρου αυτων εως μεγαλου αυτων |
Trans. | kai ou mē didaxōsin ekastos ton plēsion autou kai ekastos ton adelphon autou legōn gnōthi ton kyrion oti pantes eidēsousin me apo mikrou autōn eōs megalou autōn |
En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!