SV | En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd [en] verdaan; zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd. |
WLC | וָאֶזְרֵ֥ם בְּמִזְרֶ֖ה בְּשַׁעֲרֵ֣י הָאָ֑רֶץ שִׁכַּ֤לְתִּי אִבַּ֙דְתִּי֙ אֶת־עַמִּ֔י מִדַּרְכֵיהֶ֖ם לֹוא־שָֽׁבוּ׃ |
Trans. | wā’ezərēm bəmizəreh bəša‘ărê hā’āreṣ šikalətî ’ibaḏətî ’eṯ-‘ammî midarəḵêhem lwō’-šāḇû: |
En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd [en] verdaan; zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des lands; Ik heb Mijn volk van kinderen beroofd [en] verdaan; zij zijn van hun wegen niet wedergekeerd.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!