SV | Te dien tijd zond Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord dat hij krank geweest en [weder] sterk geworden was. |
WLC | בָּעֵ֣ת הַהִ֡וא שָׁלַ֡ח מְרֹדַ֣ךְ בַּ֠לְאֲדָן בֶּֽן־בַּלְאֲדָ֧ן מֶֽלֶךְ־בָּבֶ֛ל סְפָרִ֥ים וּמִנְחָ֖ה אֶל־חִזְקִיָּ֑הוּ וַיִּשְׁמַ֕ע כִּ֥י חָלָ֖ה וַֽיֶּחֱזָֽק׃ |
Trans. | bā‘ēṯ hahiw’ šālaḥ mərōḏaḵə balə’ăḏān ben-balə’ăḏān meleḵə-bāḇel səfārîm ûminəḥâ ’el-ḥizəqîyâû wayyišəma‘ kî ḥālâ wayyeḥĕzāq: |
Te dien tijd zond Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord dat hij krank geweest en [weder] sterk geworden was.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Te dien tijd zond Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk aan Hizkia; want hij had gehoord dat hij krank geweest en [weder] sterk geworden was.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!