Jesaja 47:6

SVIk was op Mijn volk zeer toornig, Ik ontheiligde Mijn erve, en Ik gaf hen over in uw hand; [doch] gij beweest hun geen barmhartigheden, ja, [zelfs] over den oude maaktet gij uw juk zeer zwaar.
WLCקָצַ֣פְתִּי עַל־עַמִּ֗י חִלַּ֙לְתִּי֙ נַחֲלָתִ֔י וָאֶתְּנֵ֖ם בְּיָדֵ֑ךְ לֹא־שַׂ֤מְתְּ לָהֶם֙ רַחֲמִ֔ים עַל־זָקֵ֕ן הִכְבַּ֥דְתְּ עֻלֵּ֖ךְ מְאֹֽד׃
Trans.qāṣafətî ‘al-‘ammî ḥillalətî naḥălāṯî wā’etənēm bəyāḏēḵə lō’-śamətə lâem raḥămîm ‘al-zāqēn hiḵəbaḏətə ‘ullēḵə mə’ōḏ:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Ik was op Mijn volk zeer toornig, Ik ontheiligde Mijn erve, en Ik gaf hen over in uw hand; [doch] gij beweest hun geen barmhartigheden, ja, [zelfs] over den oude maaktet gij uw juk zeer zwaar.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

קָצַ֣פְתִּי

zeer toornig

עַל־

-

עַמִּ֗י

Ik was op Mijn volk

חִלַּ֙לְתִּי֙

Ik ontheiligde

נַחֲלָתִ֔י

Mijn erve

וָ

-

אֶתְּנֵ֖ם

en Ik gaf

בְּ

-

יָדֵ֑ךְ

hen over in uw hand

לֹא־

-

שַׂ֤מְתְּ

gij beweest

לָ

-

הֶם֙

-

רַחֲמִ֔ים

hun geen barmhartigheden

עַל־

-

זָקֵ֕ן

over den oude

הִכְבַּ֥דְתְּ

zwaar

עֻלֵּ֖ךְ

maaktet gij uw juk

מְאֹֽד

zeer


Ik was op Mijn volk zeer toornig, Ik ontheiligde Mijn erve, en Ik gaf hen over in uw hand; [doch] gij beweest hun geen barmhartigheden, ja, [zelfs] over den oude maaktet gij uw juk zeer zwaar.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!