Leviticus 19:17

SVGij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen.
WLCלֹֽא־תִשְׂנָ֥א אֶת־אָחִ֖יךָ בִּלְבָבֶ֑ךָ הֹוכֵ֤חַ תֹּוכִ֙יחַ֙ אֶת־עֲמִיתֶ֔ךָ וְלֹא־תִשָּׂ֥א עָלָ֖יו חֵֽטְא׃
Trans.lō’-ṯiśənā’ ’eṯ-’āḥîḵā biləḇāḇeḵā hwōḵēḥa twōḵîḥa ’eṯ-‘ămîṯeḵā wəlō’-ṯiśśā’ ‘ālāyw ḥēṭə’:

Algemeen

Zie ook: Hart (lichaamsdeel), Joodse wetten (613), Zonde
Mattheus 18:15, Lukas 17:3, 1 Johannes 2:9, 1 Johannes 2:11, 1 Johannes 3:15

Aantekeningen

Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

לֹֽא־

-

תִשְׂנָ֥א

niet haten

אֶת־

-

אָחִ֖יךָ

Gij zult uw broeder

בִּ

-

לְבָבֶ֑ךָ

in uw hart

הוֹכֵ֤חַ

naarstiglijk

תּוֹכִ֙יחַ֙

berispen

אֶת־

-

עֲמִיתֶ֔ךָ

gij zult uw naaste

וְ

-

לֹא־

-

תִשָּׂ֥א

in hem niet verdragen

עָלָ֖יו

-

חֵֽטְא

en zult de zonde


Gij zult uw broeder in uw hart niet haten; gij zult uw naaste naarstiglijk berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!