SV | Maar zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft [het] gesproken. |
WLC | וְיָשְׁב֗וּ אִ֣ישׁ תַּ֧חַת גַּפְנֹ֛ו וְתַ֥חַת תְּאֵנָתֹ֖ו וְאֵ֣ין מַחֲרִ֑יד כִּי־פִ֛י יְהוָ֥ה צְבָאֹ֖ות דִּבֵּֽר׃ |
Trans. | wəyāšəḇû ’îš taḥaṯ gafənwō wəṯaḥaṯ tə’ēnāṯwō wə’ên maḥărîḏ kî-fî JHWH ṣəḇā’wōṯ dibēr: |
Maar zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft [het] gesproken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar zij zullen zitten, een ieder onder zijn wijnstok, en onder zijn vijgeboom, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen heeft [het] gesproken.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!