SV | De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve. |
WLC | דִּבְרֵ֥י פִי־חָכָ֖ם חֵ֑ן וְשִׂפְתֹ֥ות כְּסִ֖יל תְּבַלְּעֶֽנּוּ׃ |
Trans. | diḇərê fî-ḥāḵām ḥēn wəśifəṯwōṯ kəsîl təḇallə‘ennû: |
De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
De woorden van een wijzen mond zijn aangenaam; maar de lippen van een zot verslinden hemzelve.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!