Aantekeningen bij de Bijbel: Psalm 51:7

Psalm 51:7

AB	Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.
SV	Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.
WLC	הֵן־בְּעָוֹ֥ון חֹולָ֑לְתִּי וּ֝בְחֵ֗טְא יֶֽחֱמַ֥תְנִי אִמִּֽי׃
Trans.	hēn-bə‘āwwōn ḥwōlālətî ûḇəḥēṭə’ yeḥĕmaṯənî ’immî:

Algemeen

Het gedeelte van vs 7 tot en met 11 werd in de 18^de eeuw door ter dood veroordeelden gelezen in Engeland voordat ze werden gehangen aan de galg.

Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.

Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, vergl. Horatius Nam vittis nemo sine nascitur. Volgens de kanttekeningen niet hieronder de erfzonde, de aangeboren verdorvenheid, en de inwonende zonde worden verstaan (zie Joh. 3:6; Rom. 7:17). Gezien het poëtische van de Psalm zal men het eerder moeten opvatten als zijnde een totaal schuldbesef van David.
ontvangen, lett. "verwekt"; Nadat de psalmist zegt dat zijn geboortedag als ongerechtigheid ziet, gaat hij negen maanden terug en stelt dat ook zijn verwekking in zonde was gedaan. Voor verder dergelijk spraakgebruik zie Job 3:3.