SV | Gij doet den mens wederkeren tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen! |
WLC | תָּשֵׁ֣ב אֱ֭נֹושׁ עַד־דַּכָּ֑א וַ֝תֹּ֗אמֶר שׁ֣וּבוּ בְנֵי־אָדָֽם׃ |
Trans. | tāšēḇ ’ĕnwōš ‘aḏ-dakā’ watō’mer šûḇû ḇənê-’āḏām: |
Ook vanaf vers 3 tot het eind is een chiasme te ontwaren:
A | Oproep aan de mensenkinderen |
B | Dagelijkse negativiteit |
C | Wij vergaan |
D | De beknoptheid van het leven |
C' | Redt ons |
B' | Gebed voor dagelijkse vreugde |
A' | Gebed voor de mensenkinderen |
Gij doet den mens wederkeren tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Gij doet den mens wederkeren tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij mensenkinderen!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!