Richteren 8:24

SVVoorts zeide Gideon tot hen: Een begeerte zal ik van u begeren: geeft mij maar een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden voorhoofdsierselen gehad, dewijl zij Ismaelieten waren.
WLCוַיֹּ֨אמֶר אֲלֵהֶ֜ם גִּדְעֹ֗ון אֶשְׁאֲלָ֤ה מִכֶּם֙ שְׁאֵלָ֔ה וּתְנוּ־לִ֕י אִ֖ישׁ נֶ֣זֶם שְׁלָלֹ֑ו כִּֽי־נִזְמֵ֤י זָהָב֙ לָהֶ֔ם כִּ֥י יִשְׁמְעֵאלִ֖ים הֵֽם׃
Trans.wayyō’mer ’ălēhem giḏə‘wōn ’ešə’ălâ mikem šə’ēlâ ûṯənû-lî ’îš nezem šəlālwō kî-nizəmê zâāḇ lâem kî yišəmə‘ē’lîm hēm:

Algemeen

Zie ook: Gideon, Goud, Ismaelieten, Sieraad (voorhoofd-)

Aantekeningen

Voorts zeide Gideon tot hen: Een begeerte zal ik van u begeren: geeft mij maar een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden voorhoofdsierselen gehad, dewijl zij Ismaelieten waren.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֨אמֶר

Voorts zeide

אֲלֵ

tot

הֶ֜ם

-

גִּדְע֗וֹן

Gídeon

אֶשְׁאֲלָ֤ה

begeren

מִ

-

כֶּם֙

zal ik van

שְׁאֵלָ֔ה

hen: Een begeerte

וּ

-

תְנוּ־

geeft

לִ֕י

-

אִ֖ישׁ

mij maar een iegelijk

נֶ֣זֶם

een voorhoofdsiersel

שְׁלָל֑וֹ

van zijn roof

כִּֽי־

want

נִזְמֵ֤י

voorhoofdsierselen

זָהָב֙

zij hadden gouden

לָ

-

הֶ֔ם

-

כִּ֥י

gehad, dewijl

יִשְׁמְעֵאלִ֖ים

Ismaëlieten

הֵֽם

zij


Voorts zeide Gideon tot hen: Een begeerte zal ik van u begeren: geeft mij maar een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden voorhoofdsierselen gehad, dewijl zij Ismaelieten waren.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!