G217 ἅλας
zout

Bijbelteksten

Mattheus 5:13Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal [het] gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.
Markus 9:50Het zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander.
Lukas 14:34Het zout is goed; maar indien het zout smakeloos geworden is, waarmede zal het smakelijk gemaakt worden?
Colossenzen 4:6Uw woord zij te allen tijd in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten hoe gij een iegelijk moet antwoorden.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel