Romeinen 8:19 | Want het schepsel, [als] met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods. |
Romeinen 8:23 | En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, [zeg ik], zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, [namelijk] de verlossing onzes lichaams. |
Romeinen 8:25 | Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid. |
1 Corinthiers 1:7 | Alzo dat het u aan gene gave ontbreekt, verwachtende de openbaring van onzen Heere Jezus Christus. |
Galaten 5:5 | Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid. |
Filippenzen 3:20 | Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, [namelijk] den Heere Jezus Christus; |
Hebreeen 9:28 | Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid. |
1 Petrus 3:20 | Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water. |