G553 ἀπεκδέχομαι
wachten (geduldig)

Bijbelteksten

Romeinen 8:19Want het schepsel, [als] met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods.
Romeinen 8:23En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, [zeg ik], zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, [namelijk] de verlossing onzes lichaams.
Romeinen 8:25Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.
1 Corinthiers 1:7Alzo dat het u aan gene gave ontbreekt, verwachtende de openbaring van onzen Heere Jezus Christus.
Galaten 5:5Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid.
Filippenzen 3:20Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, [namelijk] den Heere Jezus Christus;
Hebreeen 9:28Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid.
1 Petrus 3:20Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen