G877 ἀφροσύνη
dwaasheid, zinloosheid, onverstand, onbezonnen daad

Bijbelteksten

Markus 7:22Dieverijen, gierigheden, boosheden, bedrog, ontuchtigheid, een boos oog, lastering, hovaardij, onverstand.
2 Corinthiers 11:1Och, of gij mij een weinig verdroegt in de onwijsheid; ja ook, verdraagt mij!
2 Corinthiers 11:17Dat ik spreek, spreek ik niet naar den Heere, maar als in onwijsheid, in deze vasten grond der roeming.
2 Corinthiers 11:21Ik zeg [dit] naar oneer, gelijk of wij zwak waren geweest; maar waarin iemand stout is (ik spreek in onwijsheid), [daarin] ben ik ook stout.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen