Mattheus 10:21 | En de [ene] broeder zal den [anderen] broeder overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden. |
Markus 13:12 | En de [ene] broeder zal den [anderen] overleveren tot den dood, en de vader het kind; en de kinderen zullen opstaan tegen de ouders, en zullen hen doden. |
Lukas 2:27 | En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen; |
Lukas 2:41 | En Zijn ouders reisden alle jaar naar Jeruzalem, op het feest van pascha. |
Lukas 8:56 | En haar ouders ontzetten zich; en Hij beval hun, dat zij niemand zouden zeggen hetgeen geschied was. |
Lukas 18:29 | En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg ulieden, dat er niemand is, die verlaten heeft huis, of ouders, of broeders, of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk Gods; |
Lukas 21:16 | En gij zult overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en magen, en vrienden; en zij zullen er [sommigen] uit u doden. |
Johannes 9:2 | En Zijn discipelen vraagden Hem, zeggende: Rabbi, wie heeft er gezondigd, deze, of zijn ouders, dat hij blind zou geboren worden? |
Johannes 9:3 | Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders, maar [dit is geschied], opdat de werken Gods in hem zouden geopenbaard worden. |
Johannes 9:18 | De Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind geweest was, en ziende was geworden, totdat zij geroepen hadden de ouders desgenen, die ziende geworden was. |
Johannes 9:20 | Zijn ouders antwoordden hun en zeiden: Wij weten, dat deze onze zoon is, en dat hij blind geboren is; |
Johannes 9:22 | Dit zeiden zijn ouders, omdat zij de Joden vreesden; want de Joden hadden alrede te zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus te zijn, dat die uit de synagoge zou geworpen worden. |
Johannes 9:23 | Daarom zeiden zijn ouders: Hij heeft [zijn] ouderdom, vraagt hemzelven. |
Romeinen 1:30 | Oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam; |
2 Corinthiers 12:14 | Ziet, ik ben ten derden male gereed, om tot u te komen, en zal u niet lastig zijn; want ik zoek niet het uwe, maar u; want de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor de ouders, maar de ouders voor de kinderen. |
Efeziers 6:1 | Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht. |
Colossenzen 3:20 | Gij kinderen, zijt [uw] ouderen gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehagelijk. |
2 Timotheus 3:2 | Want de mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig, laatdunkend, hovaardig, lasteraars, den ouderen ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig. |