Markus 12:32 | En de schriftgeleerde zeide tot Hem: Meester, Gij hebt wel in der waarheid gezegd, dat er een enig God is, en er is geen ander dan Hij; |
Markus 13:1 | En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester! zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen! |
Markus 14:14 | En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer des huizes: De Meester zegt: Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal? |
Lukas 2:46 | En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende. |
Lukas 3:12 | En er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden, en zeiden tot hem: Meester! wat zullen wij doen? |
Lukas 6:40 | De discipel is niet boven zijn meester; maar een iegelijk volmaakt [discipel] zal zijn gelijk zijn meester. |
Lukas 7:40 | En Jezus antwoordende, zeide tot hem: Simon! Ik heb u wat te zeggen. En hij sprak: Meester! zeg het. |
Lukas 8:49 | Als Hij nog sprak, kwam er een van [het huis] des oversten der synagoge, zeggende tot hem: Uw dochter is gestorven; zijt den Meester niet moeilijk. |
Lukas 9:38 | En ziet, een man van de schare riep uit, zeggende: Meester, ik bid U, zie toch mijn zoon aan; want hij is mij een eniggeborene. |
Lukas 10:25 | En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? |
Lukas 11:45 | En een van de wetgeleerden, antwoordende, zeide tot Hem: Meester! als Gij deze dingen zegt, zo doet Gij ook ons smaadheid aan. |
Lukas 12:13 | En een uit de schare zeide tot Hem: Meester, zeg mijn broeder, dat hij met mij de erfenis dele. |
Lukas 18:18 | En een zeker overste vraagde Hem, zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? |
Lukas 19:39 | En sommigen der Farizeen uit de schare zeiden tot Hem: Meester, bestraf Uw discipelen. |
Lukas 20:21 | En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wij weten, dat Gij recht spreekt en leert, en den persoon niet aanneemt, maar den weg Gods leert in der waarheid. |
Lukas 20:28 | Zeggende: Meester! Mozes heeft ons geschreven: Zo iemands broeder sterft, die een vrouw heeft, en hij sterft zonder kinderen, dat zijn broeder de vrouw nemen zal, en zijn broeder zaad verwekken. |
Lukas 20:39 | En sommigen der Schriftgeleerden, antwoordende, zeiden: Meester! Gij hebt wel gezegd. |
Lukas 21:7 | En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wanneer zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen zullen geschieden? |
Lukas 22:11 | En gij zult zeggen tot den huisvader van dat huis: De Meester zegt u: Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal? |
Johannes 1:38 | En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen: |