G1700 ἐμοῦ
me, mijn

Bijbelteksten

Markus 13:9Maar ziet gij voor uzelven toe; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in de synagogen; gij zult geslagen worden, en voor stadhouders en koningen zult gij gesteld worden, om Mijnentwil, hun tot een getuigenis.
Markus 14:18En als zij aanzaten en aten, zeide Jezus: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, die met Mij eet, Mij zal verraden.
Markus 14:20Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: [Het is] een uit de twaalven, die met Mij in de schotel indoopt.
Markus 14:36En Hij zeide: Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem dezen drinkbeker van Mij weg, doch niet wat Ik wil, maar wat Gij [wilt].
Lukas 4:7Indien Gij dan mij zult aanbidden, zo zal het alles Uw zijn.
Lukas 5:8En Simon Petrus, [dat] ziende, viel neder aan de knieen van Jezus, zeggende: Heere! ga uit van mij; want ik ben een zondig mens.
Lukas 8:46En Jezus zeide: Iemand heeft Mij aangeraakt; want Ik heb bekend, dat kracht van Mij uitgegaan is.
Lukas 9:24Want zo wie zijn leven behouden wil, die zal het verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal, om Mijnentwil, die zal het behouden.
Lukas 10:16Wie u hoort, die hoort Mij; en wie u verwerpt, die verwerpt Mij; en wie Mij verwerpt, die verwerpt Dengene, Die Mij gezonden heeft.
Lukas 11:7En dat die van binnen, antwoordende, zou zeggen: Doe mij geen moeite aan; de deur is nu gesloten, en mijn kinderen zijn met mij in de slaapkamer; ik kan niet opstaan, om u te geven.
Lukas 11:23Wie met Mij niet is, die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die verstrooit.
Lukas 12:13En een uit de schare zeide tot Hem: Meester, zeg mijn broeder, dat hij met mij de erfenis dele.
Lukas 13:27En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid!
Lukas 15:31En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe.
Lukas 16:3En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mijn neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij.
Lukas 22:21Doch ziet, de hand desgenen, die Mij verraadt, is met Mij aan de tafel.
Lukas 22:28En gij zijt degenen, die met Mij steeds gebleven zijt in Mijn verzoekingen.
Lukas 22:37Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van Mij [geschreven zijn], hebben een einde.
Lukas 22:42Zeggende: Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede.
Lukas 23:43En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken