G2003 ἐπιταγή
opdracht, bevel, gebod

Bijbelteksten

Romeinen 14:25
1 Corinthiers 7:6Doch dit zeg ik uit toelating, niet uit bevel.
1 Corinthiers 7:25Aangaande de maagden nu, heb ik geen bevel des Heeren; maar ik zeg [mijn] gevoelen, als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb, om getrouw te zijn.
2 Corinthiers 8:8Ik zeg [dit] niet [als] gebiedende, maar [als] door de naarstigheid van anderen ook de oprechtheid uwer liefde beproevende.
1 Timotheus 1:1Paulus, een apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, [Die] onze Hope [is],
Titus 1:3[Namelijk] Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, [mijn] oprechte zoon, naar het gemeen geloof:
Titus 2:15Spreek dit, en vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel