G2414 Ἱεροσόλυμα
Jeruzalem

Bijbelteksten

Lukas 2:22En als de dagen harer reiniging vervuld waren, naar de wet van Mozes, brachten zij Hem te Jeruzalem, opdat zij [Hem] den Heere voorstelden;
Lukas 2:42En toen Hij twaalf jaren [oud] geworden was, en zij naar Jeruzalem opgegaan waren, naar de gewoonte van den feestdag;
Lukas 18:31En Hij nam de twaalven bij Zich, en zeide tot hen: Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en het zal alles volbracht worden aan den Zoon des mensen, wat geschreven is door de profeten.
Lukas 19:28En dit gezegd hebbende, reisde Hij voor [hen] heen, en ging op naar Jeruzalem.
Lukas 23:7En verstaande, dat Hij uit het gebied van Herodes was, zond hij Hem heen tot Herodes, die ook zelf in die dagen binnen Jeruzalem was.
Johannes 1:19En dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden [enige] priesters en Levieten afzonden van Jeruzalem, opdat zij hem zouden vragen: Wie zijt gij?
Johannes 2:13En het pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem.
Johannes 2:23En als Hij te Jeruzalem was, op het pascha, in het feest, geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die Hij deed.
Johannes 4:20Onze vaders hebben op deze berg aangebeden; en gijlieden zegt dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden.
Johannes 4:21Jezus zeide tot haar: Vrouw, geloof Mij, de ure komt, wanneer gijlieden, noch op dezen berg, noch te Jeruzalem, den Vader zult aanbidden.
Johannes 4:45Als Hij dan in Galilea kwam, ontvingen Hem de Galileers, gezien hebbende al de dingen, die Hij te Jeruzalem op het feest gedaan had; want ook zij waren tot het feest gegaan.
Johannes 5:1Na dezen was een feest der Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem.
Johannes 5:2En er is te Jeruzalem aan de Schaaps[poort], een badwater, hetwelk in het Hebreeuws toegenaamd wordt Bethesda, hebbende vijf zalen.
Johannes 10:22En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter.
Johannes 11:18(Bethanie nu was nabij Jeruzalem, omtrent vijftien stadien van [daar].)
Johannes 11:55En het pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem, voor het pascha, opdat zij zichzelven reinigden.
Johannes 12:12Des anderen daags, een grote schare, die tot het feest gekomen was, horende, dat Jezus naar Jeruzalem kwam,
Handelingen 1:4En als Hij met [hen] vergaderd was, beval Hij hun, dat zij van Jeruzalem niet scheiden zouden, maar verwachten de belofte des Vaders, die gij, [zeide Hij], van Mij gehoord hebt.
Handelingen 8:1En Saulus had mede een welbehagen aan zijn dood. En er werd te dien dage een grote vervolging tegen de Gemeente, die te Jeruzalem was; en zij werden allen verstrooid door de landen van Judea en Samaria, behalve de apostelen.
Handelingen 8:14Als nu de apostelen, die te Jeruzalem waren, hoorden, dat Samaria het Woord Gods aangenomen had, zonden zij tot hen Petrus en Johannes;

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs