G2541 Καῖσαρ
Caesar

Bijbelteksten

Handelingen 26:32En Agrippa zeide tot Festus: Deze mens kon losgelaten worden, indien hij zich op den keizer niet had beroepen.
Handelingen 27:24Zeggende: Vrees niet, Paulus, gij moet voor den keizer gesteld worden; en zie, God heeft u geschonken allen, die met u varen.
Handelingen 28:19Maar als de Joden [zulks] tegenspraken, werd ik genoodzaakt mij op den keizer te beroepen; [doch] niet, alsof ik iets had, mijn volk te beschuldigen.
Filippenzen 4:22Al de heiligen groeten u, en meest die van het huis des keizers zijn.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel