G2722 κατέχω
tegenhouden, vasthouden

Bijbelteksten

Mattheus 21:38Maar de landlieden, den zoon ziende, zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis [aan ons] behouden.
Lukas 4:42En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan.
Lukas 8:15En dat in de goede aarde [valt], zijn dezen, die, het Woord gehoord hebbende, hetzelve in een eerlijk en goed hart bewaren, en in volstandigheid vruchten voortbrengen.
Lukas 14:9En hij, komende, die u en hem genood heeft, tot u zegge: Geef dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen met schaamte de laatste plaats te houden.
Johannes 5:4Want een engel daalde neder op zekeren tijd in dat badwater, en beroerde het water; die dan eerst daarin kwam, na de beroering van het water, die werd gezond, van wat ziekte hij ook bevangen was.
Handelingen 27:40En als zij de ankers opgehaald hadden, gaven zij [het schip] aan de zee over, meteen de roerbanden losmakende; en het razeil naar den wind opgehaald hebbende, hielden zij het naar den oever toe.
Romeinen 1:18Want de toorn Gods wordt geopenbaard van den hemel over alle goddeloosheid, en ongerechtigheid der mensen, [als] die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden.
Romeinen 7:6Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet [in] de oudheid der letter.
1 Corinthiers 7:30En die wenen, als niet wenende; en die blijde zijn, als niet blijde zijnde; en die kopen, als niet bezittende;
1 Corinthiers 11:2En ik prijs u, broeders, dat gij in alles mijner gedachtig zijt, en de inzettingen behoudt, gelijk ik [die] u overgegeven heb.
1 Corinthiers 15:2Door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dan dat gij tevergeefs geloofd hebt.
2 Corinthiers 6:10Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en [nochtans] alles bezittende.
1 Thessalonicensen 5:21Beproeft alle dingen; behoudt het goede.
2 Thessalonicensen 2:6En nu, wat [hem] wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd.
2 Thessalonicensen 2:7Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, [Die zal hem wederhouden], totdat hij uit het midden zal [weggedaan] worden.
Filemon 1:13Denwelken ik wel had willen bij mij behouden, opdat hij mij voor u dienen zou in de banden des Evangelies.
Hebreeen 3:6Maar Christus, als de Zoon over Zijn eigen huis; Wiens huis wij zijn, indien wij maar de vrijmoedigheid en de roem der hoop tot het einde toe vast behouden.
Hebreeen 3:14Want wij zijn Christus deelachtig geworden, zo wij anders het beginsel van dezen vasten grond tot het einde toe vast behouden;
Hebreeen 10:23Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop [vast]houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw);

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel