G2923 κριτής
scheidsrechter, rechtspreker

Bijbelteksten

Mattheus 5:25Weest haastelijk welgezind [jegens] uw wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat de wederpartij niet misschien u den rechter overlevere, en de rechter u den dienaar overlevere, en gij in de gevangenis geworpen wordt.
Mattheus 12:27En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze dan uw zonen uit? Daarom zullen die uw rechters zijn.
Lukas 11:19En indien Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp, door wien werpen ze uw zonen uit? Daarom zullen dezen uw rechters zijn.
Lukas 12:58Want als gij heengaat met uw wederpartij voor de overheid, zo doet naarstigheid op den weg, om van hem verlost te worden; opdat hij misschien u niet voor den rechter trekke, en de rechter u den gerechtsdienaar overlevere, en de gerechtsdienaar u in de gevangenis werpe.
Lukas 18:2Zeggende: Er was een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en geen mens ontzag.
Lukas 18:6En de Heere zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt.
Handelingen 10:42En heeft ons geboden den volke te prediken, en te betuigen, dat Hij is Degene, Die van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden.
Handelingen 13:20En daarna omtrent vierhonderd en vijftig jaren, gaf Hij [hun] rechters, tot op Samuel, den profeet.
Handelingen 18:15Maar indien er geschil is over een woord, en namen, en [over] de wet, die onder u is, zo zult gij zelven toezien; want ik wil over deze dingen geen rechter zijn.
Handelingen 24:10Maar Paulus, als hem de stadhouder gewenkt had, dat hij zou spreken, antwoordde: Dewijl ik weet, dat gij nu vele jaren over dit volk rechter zijt geweest, zo verantwoord ik mijzelven met [des] te beteren moed.
2 Timotheus 4:8Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben.
Hebreeen 12:23Tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen;
Jakobus 2:4Hebt gij dan niet in uzelven een onderscheid gemaakt, en zijt rechters geworden van kwade overleggingen?
Jakobus 4:11Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van [zijn] broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter.
Jakobus 5:9Zucht niet tegen elkander, broeders, opdat gij niet veroordeeld wordt; ziet, de Rechter staat voor de deur.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin