G3133 μαραίνω
doven, uitdrogen, verteren, verkwijnen, vergaan

Bijbelteksten

Jakobus 1:11Want de zon is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afgevallen, en de schone gedaante haars aanschijns is vergaan; alzo zal ook de rijke in zijn wegen verwelken.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel