Johannes 20:11 | En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf; |
Johannes 20:16 | Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd: Meester. |
Johannes 20:18 | Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, dat zij den Heere gezien had, en [dat] Hij haar dit gezegd had. |
Handelingen 1:14 | Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen. |
Handelingen 12:12 | En als hij [alles] overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren. |
Romeinen 16:6 | Groet Maria, die veel voor ons gearbeid heeft. |